‘Wetenschap en beroepsonderwijs bewegen naar elkaar toe’
Frank Bluiminck, directeur van de MBO Raad, is enthousiast over de mbo-lesmodules van de AWVB voor de gehandicaptenzorg. “Door inzichten uit onderzoek toe te passen in de praktijk, kun je betere zorg verlenen. Mbo-instellingen willen deze inzichten een plek geven in hun curriculum en zo snel mogelijk naar de praktijk brengen. Het is belangrijk dat het curriculum up to date is, en evidence based dan wel evidence informed. Dit helpt studenten of beginnende beroepsbeoefenaren dat te doen waarvoor zij in de zorg willen werken. Namelijk: zo goed mogelijk zorg verlenen aan hun cliënt.”
Wetenschap en beroepsonderwijs lijken verschillende werelden, maar ze bewegen wel naar elkaar toe, aldus Bluiminck. “Niet alleen in de onderzoekswereld, maar ook in het kader van een leven lang ontwikkelen bieden we gezamenlijk maatwerk. Het is goed dat onderzoek zijn weg vindt naar het onderwijsprogramma in het mbo, zodat je kennis en inzichten kunt ontsluiten voor studenten die een beroep leren of voor mensen die willen doorleren in het kader van een leven lang ontwikkelen. Omgekeerd is het ook belangrijk dat onderzoek aansluit bij vragen die in de praktijk spelen. Bij de AWVB zijn die vragen uit de praktijk leidend bij het tot stand komen van een onderzoek.”
Waardering voor mbo
In de loopbaan van Bluiminck, voorheen directeur van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), staan de onderwerpen onderwijs, arbeidsmarkt en zorg altijd centraal. Zorgorganisaties kampen door arbeidsmarkttekorten met een hoge werkdruk. Toch moet het volgens Bluiminck vanzelfsprekend worden om ruimte te maken voor de ontwikkeling van andere kennisniveaus en andere zorgvormen. “Want we kunnen niet blijven doen wat we doen, anders loopt het vast. Door maatwerk en het ontwikkelen van verschillende niveaus kan iedereen zich ontwikkelen. Je wordt zo startbekwaam voor een beroep, je kunt doorleren en je leert om als burger zelfstandig in de maatschappij te functioneren. In diezelfde maatschappij groeit daardoor de waardering voor het mbo, ook voor zorg en welzijn. Het mbo kan bijdragen aan oplossingen op de arbeidsmarkt. We moeten ons realiseren dat hoger opgeleid zijn niet altijd beter is. Sommige jongeren gedijen goed in het mbo, waar ze zich beter kunnen ontwikkelen en meer toekomstperspectief hebben.”
Mensen die al langer in de zorg werken, moeten we motiveren om zich te blijven ontwikkelen, vindt Bluiminck. “Vaak is het belangrijk om scholing dicht bij de werkplek aan te bieden: leren in de context van de organisatie waar je werkt in plaats van in een klas. Want van terug naar de schoolbanken wordt niet iedereen enthousiast.”